Wanneer is het te warm voor een kat? Vorige bericht TIP: In de auto en naar de... Volgende bericht TIPS: bij warm weer

Wanneer is het te warm voor een kat?

Katten kunnen goed warmte verdragen maar het kan voor katten soms ook te warm zijn.
Ze kunnen nauwelijks zweten. De enige plek waar ze kunnen zweten is vanuit hun voetkussentjes. Katten raken dus minder makkelijk warmte kwijt dan mensen. Je zou dan kunnen denken dat dit tijdens warme dagen ervoor zorgt dat het dier het erg warm krijgt en mogelijk zelfs oververhit raakt. Toch komt dit gelukkig niet vaak voor bij een kat. Het dier kan prima voor zichzelf zorgen en daarmee voorkomen dat hij oververhit raakt. Een kat voorkomt dit o.a. door:
Het hebben van een vacht; deze werkt namelijk isolerend, bij zowel koud weer als warm weer.
Een gezonde kat zal wanneer hij het te warm krijgt zelf de schaduw of een ander koel plekje opzoeken.

Te warm

Het kan voorkomen dat katten het te warm krijgen, bijvoorbeeld omdat het dier niet aan de warmte kan ontsnappen. De volgende symptomen kunnen erop duiden dat een kat het te warm heeft:

  • Lusteloosheid
  • Rusteloosheid (geen plek kunnen vinden om rustig te liggen)
  • Verminderde eetlust
  • Kwijlen
  • Koorts (normale lichaamstemperatuur is tussen de 38-39 graden)
  • Versnelde ademhaling

Oververhitting

Katten raken dus niet snel oververhit maar het kan wel degelijk gebeuren. Bijvoorbeeld als een kat per ongeluk raakt opgesloten op een terras zonder schaduw of een hete zolder. Symptomen van oververhitting zijn:

  • Lusteloosheid
  • Desoriëntatie
  • Rode slijmvliezen
  • Overgeven en/of diarree
  • Kwijlen
  • Koorts
  • Hijgen

Let op: Indien een kat hijgt is dit een teken dat je kat direct hulp nodig heeft. Katten hijgen namelijk niet zoals honden om warmte kwijt te raken. Je kat bevindt zich dan al in een kritieke toestand.

Wat te doen bij oververhitting?

Indien je kat oververhit is, is het noodzaak zo snel mogelijk te handelen:

  • Bel direct een dierenarts. Oververhitting is namelijk levensbedreigend.
  • Help de kat met afkoelen. Doe dit niet met ijskoud water, maar leg (lauwe) natte handdoeken onder de kat, of tegen de buik. Leg deze niet op de kat. Als de handdoek op de kat ligt, kan dit juist ervoor zorgen dat hij de warmte niet kwijt kan. Maak ook de voetjes en oren nat.
  • Een te grote temperatuurwisseling kan je kat in shock brengen. Gebruik daarom nooit ijskoud water en gooi bijvoorbeeld niet in een keer een emmer water over je kat of zet hem onder de kraan.
  • Laat de kat kleine beetjes lauw water drinken. Let op: doe dit alleen als de kat bij bewustzijn is.

Tot risicogroepen behoren:

  • kittens en oudere katten
  • katten met overgewicht
  • katten met hartaandoeningen en/of longaandoeningen
  • katten met een korte snuit